Vernieuwingen

Inmiddels was ook het hebben van een televisietoestel in de cel toegestaan. Hiervoor werd een verhuurbedrijf benaderd die de televisietoestellen leverde. De gedetineerden huurden dan tegen een vastgestelde prijs zo’n toestel. Dit huren leverde regelmatig problemen op. De financiele administratie boekte de huurprijs van de rekening van de gedetineerde, en geen geld meer op zijn rekening betekende dat het televisietoestel uit zijn cel gehaald werd. Dat dit soms tot behoorlijke conflicten leidde laat zich raden. Een eigen transistorradio in de cel werd ook toegestaan mits niet te groot, en het opnamegedeelde moest er uit gedemonteerd zijn. De relatie van de gedetineerde die de radio kwam brengen, moest bij voorkeur een nota of onder bewijsstuk meebrengen van een bedrijf waarin stond dat de opnamemogelijkheid verwijderd was. Onze eigen technische dienst controleerde vervolgens of het een en ander ook daadwerkelijk was gedaan. Als bleek dat er toch nog mee opgenomen kon worden, dan werd de gedetineerde voor de keus gesteld: óf de radio gaat bij het eerstvolgende bezoek mee terug, óf je sloopt er nu zelf de opnamemogelijkheid uit en gooit het hier in de afvalbak. De reden dat er geen opnamemogelijkheid mocht zijn is dat er geen gesprekken stiekem mee worden opgenomen van het personeel. Er kwam een videorecorder op een centrale plaats te staan die werd bedient door een bewaarder. De videobanden werden gehuurd bij een videotheek, dit bestellen van de banden deed de gedetineerdencommissie zelf via een lijst. Alle gedetineerden lieten een kleine vastgestelde bijdrage van hun rekening afboeken ten behoeve van het huren van deze banden. En geloof me als ik zeg dat álle banden gehuurd konden worden!

Ook nieuw was de telefoonregeling. Gedetineerden kregen de mogelijkheid om één keer per week, gedurende tien minuten, met een relatie te bellen. Daartoe werden er een paar oude PTT-telefooncellen in de centrale hal geïnstalleerd. Iedere gedetineerde kreeg een reeds ingevuld briefje waarop de datum en het tijdstip stond waarop hij kon bellen. Het tijdsip was alleen ’s avonds tussen 18.00 uur en 21.00 uur mogelijk, en tevens op de avond dat hij recreatie had. Met het belbriefje mocht hij de cellenvleugel uit naar de centrale hal. Daar was dan een bewaarder die het door de gedetineerde opgegeven nummer telefoonnummer draaide en het gesprek doorverbond met de betreffende gedetineerde die reeds in één van de telefooncellen stond. Na ongeveer negen minuten kreeg de gedetineerde een waarschuwingssignaal en na ongeveer twee à drie minuten werd de verbinding verbroken. Er ontstonden regelmatig vervelende gesprekken tussen gedetineerde en de bewaarder die de telefooncentrale bediende. In de zin van ‘’ Nou bewaarder, ik heb mijn vrouw niet aan de lijn gehad, maar een ander familielid. Kan ik nog een keer bellen?’’ Dit en andere smoezen liepen op den duur dermate uit de hand dat er voortaan duidelijk op de gedetineerde zijn belbriefje vermeld stond dat eenmaal belcontact, ongeacht met wie, bepalend zou zijn, en er geen tweede keer gebeld mocht worden. Als hoofdbewaarder kon ik uitzonderingen maken en een tweede telefoonbriefje verstrekken.

1 Reactie naar Vernieuwingen

  1. Klaas de Graaff schreef:

    Dat kan de buitenwacht niet raden, goede informatie

Reacties zijn gesloten.